"Moet jij niet enorm veel plassen?", vroeg een collega mij laatst, toen ik voor de tweede keer op het heetwaterknopje van onze koffieautomaat drukte. In mijn theebeker passen namelijk twee normale hoeveelheden water. Wat men normaal vindt dan. Ik vind één zo'n bekertje echt veel te weinig voor thee. Dat is een goede hoeveelheid voor koffie, niet voor thee.
Ik drink inderdaad wat af. Op het werk 's morgens eerst drie tot vier kopjes koffie en vervolgens de rest van de dag thee. De thee die ons gratis aangeboden wordt van het werk kan mij niet bekoren, dus koop ik mijn eigen thee. Er staat een doos vol op mijn kantoor. Voor overleggen elders neem ik zelf zakjes mee. En een grotere beker.
Ooit, toen ik veel last had van RSI, was de arbo-coördinator blij met mijn drinkgewoonte. Veel drinken is, inderdaad, ook veel plassen en daardoor neem je dus regelmatig pauzes van je computerwerk; eerst om thee in te schenken en vervolgens om het vocht weer kwijt te raken. Hoewel ik eigenlijk meestal na het toiletteren naar de keuken loop om nieuwe thee te pakken. Maar dat is goed om RSI te voorkomen. Het had me dus kennelijk niet direct geholpen, maar inmiddels is er ook gekeken naar werkhouding, bureau is aangepast, en daarmee gaat het beter. Zoals alle pijnpunten in mijn lichaam blijft het een zwakke plek, dat wel.
Het rare, vind ik zelf, is dat het wc-bezoek niet elke dag even frequent is. De ene dag een keer per uur en de andere dag rond het middaguur voor het eerst. Ik gooi dit, nog steeds, op hormonen, aangevuld met wat ik de avond ervoor heb gegeten.
Maar dat is dus het antwoord op de vraag van mijn collega: "Ja, ik moet enorm vaak plassen. En dat is goed voor me, dus blijf ik lekker theedrinken."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten