Zo'n anderhalf jaar terug had ik een gesprek met een collega over mijn functioneren. Volgens hem was ik op het werk ongemotiveerd en had ik het niet naar mijn zin. Zo kwam ik namelijk over. Ik vertelde hem over mijn fibromyalgie, de pijn en de vermoeidheid, die dat met zich meebrengt. Ja, vond hij, dat kon allemaal wel, maar hij kende mensen met fibromyalgie, die meer uren werkten en wél energiek en enthousiast overkwamen. Die wél naast hun werk nog sportten en een (druk?) sociaal leven hadden. Ik zei niets meer. Voelde me aan de kant gezet, in een hoek weggedrukt. Een aansteller.

Ik zit daar, kennelijk, tussenin. Ik werk en heb daarnaast ook nog energie voor een sociaal leven, inclusief sport en een cursus. Als ik maar probeer een en ander zoveel mogelijk in balans te houden en regelmatig een dag of weekend helemaal vrij te plannen. Nee, ik huppel niet met een brede grijns door de gangen van het bedrijf, maar ik werk wél. En ik heb het er naar m'n zin, maak lol met collega's. Ik doe m'n werk naar ieders tevredenheid, voor zover ik weet, alleen mijn uitstraling laat te wensen over. Door mijn pijn en mijn vermoeidheid.
Als ik denk aan de opmerkingen van betreffende collega, merk ik dat het me nog dwars kan zitten. Ik heb het er nooit meer over gehad. Wil mij niet naar hem verdedigen. Maar ik ben blij. Mijn leven is mooi. Ik doe meer dan overleven. Ik leef. Ik ben een gezegend mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten