"Wat zijn je doelen voor dit traject?", vroegen achtereenvolgens een
psycho-, ergo- en fysiotherapeut aan mij. "Eh.. niet meer zo boos
worden van (onverwachte) pijn?" stamelde ik tegen de eerste. "Meer aan
mijn hobby's gaan doen, zoals tuinieren, bonsai en schilderen" zei ik
zelfverzekerd tegen de tweede. "Hardlopen" uitdagend tegen de derde.
"Goed, gaan we doen" was tot mijn verrassing het antwoord van de
laatste.
In december 2013 was het eindelijk zover, na
jaren twijfelen en vervolgens maanden wachten tot ik aan de beurt was,
startte ik met revalidatie. Een multidisciplinair programma met
psychotherapie, ergotherapie en fysiotherapie.
Bij de
psych ging ik praten over wat de pijn met me doet. De ergotherapeut
bekeek alles heel praktisch: wat doe ik, wat wil ik en hoe krijg ik dat
voor elkaar. De fysio, uiteindelijk, zou met mij mijn conditie
opvijzelen. Dat bleek minder noodzakelijk dan gedacht, want mijn
conditie was toen nog behoorlijk goed. Wel vonden ze dat ik in mijn normale
sportprogramma te zwaar trainde, teveel gewicht, te hoog tempo bij
wandelen en fietsen.. ik ben, volgens hen, iemand die 'het snot voor de
ogen moet zien vliegen'. Gek, daar herkende ik mezelf helemaal niet in.
Praten
bij de psycholoog bleek lastiger dan ik had gedacht. Waarom word ik
boos.. sja.. nou.. gewoon, het is toch ook stom? Het was wel fijn om te kunnen praten over
problemen, die op dat moment in de privésfeer speelden.
Heel
blij was ik met de praktische hulp van de ergotherapeuten. De eerste
week schreef ik op wat ik zoal deed. Daarbij moest ik dan aangeven of
mijn activiteiten 'inspanning' of 'ontspanning' betroffen. Een
eyeopener! Ik dacht mijn inspanning en ontspanning goed te verdelen,
maar als je de hele dag aan de computer werkt, is gelijk thuis privé
achter de computer kruipen natuurlijk erg veel van hetzelfde, ook al
lijkt het anders. Ik leerde ook dat er activiteiten zijn, die de ene
keer inspanning maar de andere keer ontspanning zijn.
Met de hond
wandelen, bijvoorbeeld. 's Morgens, net uit bed, is het heerlijk om met
een wandelingetje van ruim een kwartier mijn spieren wat los te lopen.
Bovendien geniet ik van het buiten zijn, de vogeltjes die fluiten, de
specht die aan het hameren is... (toegegeven, dat is vooral in het
voorjaar). 's Avonds, daarentegen, is het wandelingetje een opgave, die
nog even moet voordat ik naar bed ga. Doordat ik dit blijf uitstellen,
ga ik vervolgens te laat naar bed.
De weken erna plande
ik mijn dag- en weekindelingen steeds meer. Zocht ik actief naar
ontspanningsmomenten en besefte ik dat hoe je een activiteit doet, het
verschil tussen in- en ontspanning kan zijn.
Door gesprekken met de psych en ergotherapeut werd mij wel duidelijk dat
het helemaal niet erg is, om anderen even te laten wachten. Dat ik niet
'gelijk' op hoef te springen, als iemand mij wat vraagt op het moment
dat ik nét ga zitten. Die neiging blijk ik wel te hebben. Ook werd ik me
ervan bewust dat ik dan wel aan een aantal hobby's niet toekwam, maar
dat ik gewoon niet meer tijd heb en in mijn tijd wel andere leuke dingen
doe. Fotograferen, bijvoorbeeld. En lezen. Nu ik dat beseft en ik
bewust kies wat ik doe, houd ik minder het gevoel over, dat ik mezelf en m'n hobby's te kort doe.
Aan
het eind van het acht weken durende traject, had ik het gevoel dat het
lang genoeg geweest was. Bij de gesprekken kwam niets nieuws meer ter
sprake. De fysiotherapie ging lekker, maar het was wel tijd om het zelf
weer op te pakken en het hardlopen buiten voort te zetten.
Het is nu 2 jaar terug dat mijn revalidatie afliep en ik dit schreef. Het hardlopen buiten viel wat tegen in het
begin, maar ik hield me nog netjes aan mijn schema van twee keer per week
en het was heerlijk. Toen kwam er (weer door pijn) de klad in en werd het lastiger weer op te bouwen. De wil is er nog steeds, daar schreef ik al eerder over. Natuurlijk heb ik inmiddels het tafeltennis opgepakt, waardoor ik in elk geval 1x per week gelijk minimaal een uur intensief bezig ben.
Inmiddels merk ik vooral de behoefte aan de strategieën waar ik met de ergotherapeuten over sprak. De balans tussen in- en ontspanning. Mijn conditie is waarschijnlijk niet meer zo goed als toen, toen ik wekelijks trainde. Daar moet ik wat mee. Misschien zou het voor revalidatietrajecten goed zijn om regelmatig terugkomuren te hebben, na een jaar een paar keer. Kijken wat de doelen waren en hoe het komt dat je ze niet hebt gehaald. (of nog liever: een pluim dat je het zo goed doet)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten